Dat ze heel beeldend kan zijn mag natuurlijk geen verwondering wekken want behalve dichter is Né ook beeldend kunstenaar. Ze studeerde schilderen, tekenen en monumentale vormgeving aan de Academie Sint-Joost in Breda, haar woonplaats. Ik mag graag kijken naar haar sprankelende grafiek en tekeningen (hierboven en hieronder zijn daarvan voorbeelden te zien), veelal in zwart-wit. In Hier mag niets af zijn is behalve poëzie ook een ruimhartige greep uit haar beeldend werk opgenomen. Het zijn twee autonome vormen van zegging, die onloochenbaar verwant zijn zonder dat dit ergens te stellig wordt.
Dat ze iets met beeldende kunst van anderen heeft blijkt uit veel gedichten. Zo liet ze zich voor heel wat verzen inspireren door Rembrandt van Rijn (Het is er niet leeg. / In elke hoek is iets gaande, / heeft zijn hand nog iemand ontdekt.). Maar ook zetten via diens werk wetenschappers als Descartes, Stevin (Alles is er in de weegkunst, vraag: / wil er wel taal voor zijn?) en Spinoza haar pen in beweging. Daarnaast zijn er steden of elementen daaruit (Leiden, Breda, de Onze-Lieve-Vrouwekerk en het Begijnhof in die stad) die prachtige regels opleverden.